Hoe zet je piekeren om in efficiënt nadenken?
Veel mensen die ik spreek die aangeven last te hebben van piekeren, proberen dit op te lossen door alles in het hoofd op een rijtje te krijgen. Mijn ervaring is dat dat vaak niet werkt. Ik heb een structuur uitgedacht die heel goed werkt. Hieronder heb ik dit uitgewerkt. Het is aan jou om dit een keer uit te proberen en zelf te ondervinden dat dit op de korte termijn tijd en energie vraagt maar dat dit zich op de wat langere termijn tijd, energie en stress uitspaart.
Allereerst de structuur van hoe je dit onderwerp op een andere manier kunt benaderen. In schema ziet dit er zo uit:
Als eerste stel je jezelf de vraag wat het piekeronderwerp is. Wat is hetgeen waar het om gaat. Gaat het over iets uit het verleden en ben je zoekende naar wat je van die bepaalde situatie kunt leren, hoe je dat in de toekomst anders kunt doen? Of gaat het over de toekomst, ben je je aan het voorbereiden op een keuze? Breng het eerst terug tot waar het in de kern over gaat.
De volgende vraag die je jezelf daarna stelt is: Kun je er niets aan doen (situatie A), of kun je er wel iets aan doen (situatie B)?
Situatie A Je kunt niets aan het probleem doen
Tja, zegt de ratio dan onmiddelijk, als je er niets aan kunt doen, is het energieverspilling om je er verder nog mee bezig te houden. Blijkbaar zitten er andere delen, op zijn minst één, die het daar niet mee eens is en doorgaat met herhalen van dit onderwerp.
Bijna altijd is dit de zorgenmaker. En die denkt fundamenteel anders dan logisch, die is immers gespecialiseerd in zoeken waar iets mis kan gaan. En dit deel wil zich gehoord voelen. Het is echter aan de leraar om te bepalen of het nog langer functioneel is om de zorgenmaker te laten herkauwen of dat het tijd wordt om los te laten. Als je besloten hebt dat je er echt niets mee kunt (of mee wilt, dat komt straks bij keuze B aan bod) dan kan je besluiten dat je dit probleem accepteert als zijnde: het is wat het is.
Tja, loslaten. Wat voor idee heb jij daar bij? Veel mensen associeren loslaten met doen alsof het er niet is, met negeren van het onderwerp. En dat blijkt niet te werken is de ervaring van veel mensen.
Laat ik beschrijven hoe dat loslaten wel werkt. Verbeeld je een tijdlijn op de grond. Je pakt een willenkeurig voorwerp als symbool voor je probleem. Je zet dit voorwerp op de tijdlijn direct voor je. Dat mag ook in gedachten hoor. Hierdoor parkeer je als het ware je probleem op dit punt op je tijdlijn. Nu is het een duidelijk obstakel wat maakt dat je niet verder kunt. Het belemmert je om de kortste route op je verdere pad te nemen.
Als je besloten hebt dat je dit obstakel wilt accepteren in je leven, en je wilt toch verder op je pad, dan moet je er dus omheen lopen. Dat betekent dus dat je er wel enige last van ondervindt! Doen alsof dat niet het geval is, wat vaak bij negeren gebeurt, is onzinnig. Dit is al een belangrijk verschil met negeren. En HOE je eromheen loopt, dat maakt alle verschil van de wereld. Je kunt er namelijk omheen lopen terwijl je ernaar blijft kijken en blijft mopperen. En dat maakt dat je benen de richting van de toekomst ingaan, maar je ogen gericht blijven op het verleden.
De handigere variant is je bewust omdraaien en zowel je benen als je ogen op de toekomst te richten, en de omweg accepteren als zijnde ‘part of living’; opnieuw de insteek, het is wat het is.
Een probleem wat je niet kunt veranderen op je pad negeren is zoiets als onder het vloerkleed vegen of niet willen zien. De ervaring leert dat dingen die worden genegeerd, of onder het vloerkleed geveegd worden, een eigen leven gaan leiden. Op ongewenste momenten struikel je daar opeens over omdat je vergeten was dat er wat onder het kleed ligt. Dat is dus echt iets anders dan dat je het probleem bewust hebt geparkeerd. Dat blijft staan. Hup, handrem erop.
Als je het onderwerp hebt geparkeerd is een belangrijke actie om vervolgens je aandacht op iets anders te richten! Doe je dat niet, dan is het net alsof het geparkeerdere onderwerp aan je gaat lopen trekken en voor je het weet, sta je weer met je voeten naar het probleem gericht in plaats van naar de toekomst. Je kunt dan niet verder, alleen maar terug.
Samengevat:
Kan je er niets aan doen → Pakeer het probleem, loop er omheen met de aandacht gericht op iets anders, bij voorkeur iets wat prettig is zodat het gemakkelijker is om de focus daar vast te houden.
Situatie B Je kunt wel iets aan de situatie doen
Als je er wel iets aan kunt doen, is een belangrijke tweede vraag of je er ook iets aan wilt doen. Kunnen en willen zijn immers twee verschillende werkwoorden. Als je je zoon die drugsverslaafd is al drie keer financieel hebt geholpen, dan wil je dat misschien geen 4e keer meer. Je zou dus kunnen stellen dat je nu twee kanten op kunt. Je kunt er iets aan doen, maar je wilt er niets aan doen (waarna je dus weer terug bent in de situatie A.
We gaan verder met de situatie, je kunt en je wilt er iets aan doen. Doe dan hetvolgende:
1. Zet op papier wat voor gedachten je er bij hebt. Hanteer hierbij het model voor het intern teamoverleg, voor uitleg en voorbeeld van deze term: zie ‘Intern teamoverleg’.
Er is een ikje (meestal is dit de zorgenmaker) dat tijd en aandacht vraagt voor dit probleem. Het is dan ook goed die ook te geven. Echter, de leraar voor de klas bepaalt wanneer en hoe lang!
Spreek met jezelf een tijd en tijdstip af wanneer je er helemaal voor gaat zitten.
Neem afspraken met delen van jezelf minstens zo serieus als afspraken met anderen! Als je je afspraak niet kunt nakomen, verschuif die dan, maar vlak die niet zonder pardon uit je agenda! Als het een onderwerp is dat op dit moment in je leven actueel is, kan het zijn dat je er verstandig aan doet om er zelfs dagelijks een kwartier of halfuur voor uit te trekken. Buiten die tijd om geef je dit onderwerp geen aandacht, tenzij er nieuwe ontwikkelingen zijn die het nodig maken. Wees duidelijk in de afspraken die je maakt, niet meer, niet minder aandacht. Dat betekent meestal dat de zorgenmaker regelmatig teruggefloten zal moeten worden. Zeker als dit deel gewend is aandacht te krijgen wanneer hij boven op de tafel klimt, zal dit wennen zijn. Zoals beschreven bij de kwaliteiten van de leraar kunnen delen die gewend zijn om hun eigen gang te gaan, een herhaling in correctie nodig hebben.
Waarschijnlijk is het een complex geheel. Als het immers eenvoudig was geweest, had je er niet over lopen piekeren. Neem pen en papier en schrijf op waar het over gaat. Doe het niet alleen maar in je hoofd. Dan komen er namelijk steeds dezelfde delen aan het woord en wat die te melden hebben, dat weet je nou wel.
2. Maak een plan van aanpak.
Een plan van aanpak zie ik als een korset. Zo’n ouderwetse met een rijgveter. Als een corset (plan van aanpak) goed staat afgesteld, dan geeft het steun. Is het te los afgesteld, dan zwabbert het om je lichaam heen en heb je er last van. Staat het te strak dan beneemt het je de adem. In deze gevallen is het goed om te weten dat je zelf de veter in de hand hebt en dat je het korset kunt bijstellen.
Zo werkt het ook met je plan van aanpak. Blijk je minder of meer tijd nodig te hebben of een tussenstap, stel dan de planning bij.
Als je denkt dat je alles wat met je onderwerp te maken heeft, op papier hebt staan, maak dan een plan van aanpak. Hoe ga je het aanpakken? Formuleer maximaal drie stappen. Het is net als met schaken, hoe verder je vooruit denkt, hoe groter is de kans dat je er heel erg naast zit. Gewoon omdat na een actie van jouw kant, er een reactie komt. Soms kan je die goed inschatten maar heel vaak is dat een beetje koffiedik kijken. Vaak blijkt zelfs 2 stappen vooruit denken al meer dan genoeg. Het is de zorgenmaker in onszelf die vaak teveel ruimte krijgt om eindeloos door te denken.
3. Tussen de stappen in parkeer je het onderwerp en verplaats je je aandacht. Net zoals hiervoor beschreven staat bij situatie A.
Als je een stap hebt bedacht in de toekomst, dan is het slim om deze vast te leggen in je agenda. Nogmaals, neem afspraken die je hebt met jezelf minstens zo serieus als afspraken die je maakt met iemand anders. Veel mensen (ver)zetten afspraken met anderen wel in de agenda maar geen werkafspraken met zichzelf. En vragen zich vervolgens verwonderd af waarom anderen altijd voor lijken te gaan....
Bijvoorbeeld de afspraak dat je de volgende dag iemand gaat bellen, of je hebt een concept mail gemaakt en je wil deze morgen nog een keer nakijken voor je die verstuurd. Zet dat vast. Het helpt om vervolgens je aandacht los te maken van dit onderwerp. En richt daarna je aandacht en energie aan andere zaken.