RSS

Blog

Ergeren 11-08-2020

Ergeren, dat is een werkwoord

 

Alles waar je je aandacht op richt, groeit.  Helaas werkt dat ook zo met ergernis. Ik kan mij ergeren aan dingen. Motoren met knalpijpen die een ongelooflijke herrie produceren, hondenpoep die niet wordt opgeruimd, fietsers zonder licht terwijl het donker is, dat soort dingen.
En ja, zwerfafval is ook zoiets.

Ik ken mezelf. Als ik mij blijf ergeren gaat dat ten koste van mijn humeur. Er is slechts de keuze om of mijn aandacht op iets anders te richten of om iets aan mijn ergernis te gaan doen. Nou ja, natuurlijk kan ik ook gewoon doorgaan met ergeren, dat zou ook nog kunnen.
Ergeren is een werkwoord. Dat houdt dus in dat je wat doet. En dat je kunt kiezen om iets anders te doen.

Zwerfafval is een dankbare ergernis waarbij ik fysiek iets kan doen. Hoewel van alle tijden en ik niet de illusie heb dat ik een toekomst zal meemaken dat dit fenomeen net zo onbekend is voor jongeren als een fluitketel,  melkbussen langs de kant van de weg, of telefooncellen, kan ik hier wel een steentje aan bijdragen.

Met de hulpmiddelen die ik heb gekregen van de gemeente, ga ik aan de slag wanneer ik het op mijn heupen krijg.  Zo ben ik afgelopen week een rondje gaan fietsen door de polder. Ja, zelfs daar tref je zwerfafval aan. Prachtig landschap en als ik met mijn electrische fiets de ondersteuning een tandje hoger zet, zie ik de rotzooi in de berm niet. Dan ben ik daar aan voorbij gezoeft zonder dat ik in de verleiding ben gekomen om mij te ergeren.

Het voelt goed om een bijdrage te leveren aan een grotere kans op gezonde jonge zwanen, op een schoner milieu en aan het voorkomen van wonden aan voeten of pootjes doordat er scherp blikalval is blijven liggen nadat de kantengrasmaaier ook zijn best heeft gedaan.

 

Na mijn route door de polder (9 km!) mijn ‘score’ bekeken. Interessant. Op de heenweg 21 blikjes, voornamelijk energydrankjes en ook nog 5 lege pakjes sigaretten. Op de terugweg iets minder afval en dit keer meer alcoholblikjes. Gewoon in de polder! Niks geen scholen in de buurt, of supermarkt of kampeerplekken. Niets van dat al.


 
     

 


Wonderlijk toch. En dan schiet mij de uitdrukking te binnen: 'Erger u niet, verwonder u slechts.'
Tja, verwonderen. Is ook een werkwoord. Maar dat is leuker. Daar wil ik wel mee doorgaan.

Tip voor de  ‘gevoelig’ mens.

 

Ik las vanochtend een stuk in de krant waarna ik hardop zei: “Hèhè, eindelijk gelijk van de wetenschap!” Waar dat over ging? Zie hier:

                 Onderzoekers van het Nederlands Kanker Instituut, het onderzoekscentrum van het Antoni van Leeuwenhoek, hebben mogelijk een oplossing gevonen voor dit probleem: mutipe low dose-therapie. Het combineren van vier zorgvuldig geselecteerde geneesmiddelen in zeer lage doses blijkt de kankersignalen in het laboratorium zeer goed te blokkeren, zonder veel bijwerkingen.
“Aanvankelijk dachten we dat het niet zo goed zou werken”, zegt onderzoeker en eerste auteur van de publicatie  Joao Neto. “Elk medicijn afzonderlijk heeft helemaal geen effect als het in zo’n lage dosis wordt gebruikt. Dus: niets plus niets ... niets toch? Maar we zagen een enorme synergie toen we de vier medicijnen in een lage concentratie combineerden!”
Uit:
NoordHollands dagblad 24 juni 2020, bij het onderdeel FIT, pagina 13.

Ja, je leest het goed: niets plus niets ... niets toch? Wat de onderzoeker waarschijnlijk bedoelde was: ‘we hebben geen resultaten kunnen meten en daarom noemen we het niets’ plus  ‘we hebben geen resultaten kunnen meten en daarom noemen we het niets’ .... niets toch? En dat is volgens mij toch net iets anders.
De gedachtengang van de onderzoeker is precies waar ik al jaren voor waarschuw. Die klopt namelijk lang niet altijd. Dat klopte niet bij het genoemde onderzoek, het klopt ook niet bij de uitspraak die wel eens te lezen valt over de synthetisch chemische stoffen in verzorgingsproducten, wasmiddelen etc. Deze hebben geen noemenswaardig effect op je gezondheid, net als synthetische chemische geur- kleur en smaakstoffen wordt vermeld door de fabrikanten.

 

Mensen die mij kennen weten dat ik er ‘zo eentje’ ben die haar eigen deodorant maakt, shampoozeep, bodyscrub etc. Ik hou dan wel niet van koken, kokkerellen met kokosolie, sheabutter, baking soda en nog meer van dit soort basisingrediënten, daar word ik wel vrolijk van.


Jaren geleden ben ik aanraking gekomen met etherische oliën van een bepaald merk. Wat ik hierin van begin af aan heel interessant vond was het gegeven dat geuren rechtstreeks naar je organen in je brein gaan wat wel het limbisch systeem wordt genoemd.

(Mocht je je afvragen wat dit is: Het hele limbische systeem wordt gevormd door een groep hersenstructuren in de grote hersenen die betrokken zijn bij emotie, emotieregulering, emotioneel geheugen, genot en motivatie.)

Mijn oren stonden zogezegd  gelijk op een stokje. Hier wilde ik meer van weten. Ik ben in deze geurige wereld gedoken en ontdekte o.a. wat de verschillen zijn tussen het ene merk en een ander merk en waar je op kunt letten als je wilt weten wat echt zuivere olie is.


Als er over synthetisch chemische stoffen in ons eten, verzorgingsproducten, wasmiddel etc wordt aangegeven dat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat deze de gezondheid niet schaden, is er naar een enkel bestanddeel gekeken. Het gaat hier dus niet over ‘niets’ maar over ‘onschadelijk voor de gezondheid’. Onderzoek naar wat al die kleine hoeveelheden  tezamen in je lijf voor effect sorteert, heb ik helaas nog niet onder ogen gekregen.
Aan de hoogstwaarschijnlijk enorme synergie van al die kleine beetjes ‘niet schadelijk voor de gezondheid’ wordt voorbij gegaan. Want ja, niets plus niets ... niets toch? nou, soms wel dus!

Denk je dat dit wel meevalt? Lees dan de etiketten maar eens van de produkten die je nu gebruikt in je badkamer. Heel, heel veel kleine beetjes. Is dat erg? Nou, wellicht niet. Natuurlijk zijn er mensen die heel oud zijn geworden ondanks een leven waarin ze van alles hebben gebruikt wat niet zo natuurlijk is. Echter, als je een gevoelig mens bent wiens lichaam sneller ontregelt is, dan is een ophoping van synthethische chemische stoffen een spanningsbron waar je lichamelijke klachten van kan krijgen.

 



In het boek ‘Ontdek je gebruiksaanwijzing. Hoe beïnvloed jij je spanning?’ wordt de spanningsmeter uitgelegd. Hoe je klachten ook kunt zien als signalen van spanning die een indicatie geven welke  kleur je spanningsmeter inmiddels heeft. En over hoe zinvol het is om al bij signalen van lichtoranje te gaan kijken wat er aan spanningsbron(nen) ten grondslag ligt. Of deze binnen je invloedssfeer ligt en wat je kan doen om deze te veranderen of om deze te accepteren.
Spanningsbronnen zijn divers. En ja, dat kan dus ook gaan over een gevoeligheid voor een teveel aan een of meerdere synthetisch chemische stoffen waarvan altijd gezegd wordt dat ze niet schadelijk zijn voor de gezondheid.  

Gelukkig ligt deze spanningsbron wel binnen je invloedssfeer.

(Soms denk je iets te weten)

Deze week vertelde een collega dat ze een ongelukje had gehad bij een zwembad. Uitgegleden over een routewijzer dat geplastificeerd op de grond lag om vooral ‘Corona proof’ alle badgasten een veilig zwempartij te gunnen. Vervolgens ergens tegenaan gestoten en nu lag haar hele teennagel er naast.
We kregen een gesprek over hoe lang het kan duren voordat zo’n teennagel weer aangroeit. Ik had ooit eens ergens gelezen dat een nagel aan de hand er zo’n 6 weken over doet. En dat teennagels wel wat langzamer groeien. Thuisgekomen ging ik toch eens googelen. Oeps, dat gaat een langduriger verhaal worden, geen weken, eerder jaren. Daar had ik dan weer stevig naast gezeten maar dan figuurlijk gesproken.

Bovenstaande gaat over een gegeven. Het groeiproces van een teennagel gaat over ontdekte feiten, niet over een mening of overtuiging. Als we dan onze gedachten hierover bijstellen zeggen we dat we weer iets geleerd hebben.
Voortschrijdend inzicht gaat niet over veranderen van feiten maar over veranderen van hoe je ergens tegenaan kijkt of wat je ergens van vindt. Zo gaf Rutte deze week  hier ook een voorbeeld van. Was eerst het fenomeen Zwarte Piet niet ter discussie, enige jaren later begint deze mening te veranderen en inmiddels kan hij zich voorstellen dat er een tijd zal komen dat ook deze traditie in de kast met verouderde gewoonten kan worden bijgezet.
Iemand die blijk geeft van voortschrijdende inzichten bestempelen als iemand die met alle winden meewaait, is mogelijk een beperkte opvatting van standvastigheid. Er is een verschil tussen toepassen van nieuwe inzichten en met iedereen meepraten ter wille van een schijnbare goede verhouding. 

Hoe zeker kan je ergens van zijn? Iedereen ontdekt namelijk zijn hele leven nieuwe dingen. Werelwijd worden er nieuwe ontdekkingen gedaan. Wanneer ga je iets dat je denkt te weten ter discussie stellen voor jezelf? Bedenken dat wat je denkt te weten misschien wel niet waar is?
Ooit dacht ik dat verpleegkundige worden voor mij het summum zou zijn. Vanaf mijn 7e zei ik vol overtuiging dat ik dat zeker wist. Voordat  ik klaar was met deze opleiding wist ik al dat ik geen 65 zou worden in dit beroep. Tja, denk je wellicht, een kind. Wat weet een kind nou?
Ook volwassenen denken zichzelf soms goed te kennen. En ook als volwassene kan je van mening en inzicht veranderen. “Ik hou van jou, ik blijf je eeuwig trouw.” Een op de drie huwelijken eindigt in een scheiding. De eeuwigheid blijkt dan toch van beperkte duur.

Komende week ga ik een workshop geven aan mantelzorgers. Naast de inbreng van de aanwezigen zelf heb ik twee onderwerpen bedacht waarover ik mijn visie wil geven. Natuurlijk gaat het over leren herkennen en erkennen van grenzen maar ook over schuldgevoel.
Schuldgevoel stuurt gedrag aan en komt voort uit normen en waarden. Dat kan heel positief uitpakken (Bijvoorbeeld je komt op tijd op je afspraak want afspraak = afspraak) maar kan je ook ontzettend in de weg gaan zitten.
Als je voor jezelf de norm hebt: beloftes kom je na, en je hebt je stervende vader beloofd ten alle tijde voor je jongere broer zal zorgen, dan kan dit je later behoorlijk opbreken. Hoe kan je weten wat je daar belooft? Hoe weet je zeker dat je die belofte kan waarmaken? Wat doe je als je broertje gameverslaafd raakt en je hem al drie keer financieel uit de put hebt getrokken? Waar ligt je grens? Wat houdt dat eigenlijk in, voor iemand zorgen?

Veel mensen gaan graag op reis naar nieuwe plaatsen. Nieuwe dingen zien, nieuwe ervaringen en ontdekkingen meemaken. Je kunt ook op reis in jezelf en daar nieuws ont-dekken. 
Voortschrijdend inzicht, ik wens het iedereen toe.

 

PS: Voor degene die mijn boek kennen, de delen meningvormer en de rechter heb je waarschijnlijk herkend. Als je meer wilt lezen over de valkuilen die hierbij regelmatig herkend worden, zie

- § 6.9: Dubbele maatstaven
- § 6.10: Normdenken
- § 7.2: Projecteren

FOMO 19-05-2020

FOMO (Fear of Missing Out). Of, in gewoon Nederlands: De angst om iets mis te lopen.

In de Volkskrant van vandaag staat een artikel van Aaf Brandt Corstius over FOMO. “Mijn FOMO is stuk’ schrijft ze.  Waar gaat dit over? Is het een klarinet of een ander muziekinstrument?
Het blijkt een verschijnsel dat door veel mensen wordt herkend: de angst om iets te missen. Herken jij dat ook?
Dat dit fenomeen ook effect heeft op je sociale contacten ontdekte ik gister nog.

Met Renate heb ik langere tijd intensiever contact gehad. Dat was een leuke tijd, we hadden samen een gedeelde interesse en humor. Helaas was ons gezamenlijk onderwerp ter ziele gegaan en ons contact leek te verwateren.
De laatste tijd ving ik een paar signalen op waaruit ik opmaakte dat zij ervoor koos om het contact verder te laten voor wat het was. Jammer, we hadden ook veel plezier over andere dingen. Maar ja, ook vriendschap moet van twee kanten komen.

De overweging dat de valkuil van ‘gedachten invullen’ mogelijk een rol speelde, maakte dat ik toch nog een keer contact zocht. Dit keer kwam er wel respons, we maakten een afspraak en ik vernam wat er gaande was.
 



Mijn eerste signaal  dat ik had opgevangen was dat onze wordfeud spelletjes regelmatig spontaan stopte en uiteindelijk ook niet meer op gang kwamen. Wat bleek? Renate had dit spel zelf uit frustratie van haar tablet verwijderd. Het bleek dat ze zo vaak niet aan een volgende zet toe kwam binnen de 72 uur, dat de spelletjes automatisch gestopt waren.

Het tweede signaal was dat op mijn uitnodiging via whatsapp voor het plannen van een afspraak niet werd gereageerd. Ik zag dat ze mijn bericht wel had gelezen maar reactie bleef uit. Ook dit had een onschuldige reden. Ze bleek met regelmaat tijdens haar werk haar whatsapp berichten te lezen. Tijd om te lezen gunde ze zichzelf wel, tijd om te antwoorden echter niet. “Dat doe ik thuis wel”, dacht ze. En je raadt het waarschijnlijk al, dat kwam er dus niet meer van want thuis gekomen waren er weer andere zaken die om aandacht vroegen.

Natuurlijk hebben we dit verder besproken met elkaar. Wat maakt dat ze dan toch die appjes ging bekijken? Wat dacht ze mogelijk mis te lopen? Haar eerste antwoord leek plausibel. Het zou haar moeder kunnen zijn voor wie zij mantelzorger was. Dus als ze een geluid hoorde, ging ze steevast ‘eventjes’ kijken. Mijn praktische oplossing daarvoor viel in goede aarde: zet bij iedereen het geluid op stil, alleen niet bij moeder.
De psycholoog in mij werd echter wakker. Wat maakte dat ze ging kijken bij al die andere appjes die duidelijk niet van haar moeder kwamen? En toen kwam er een ander antwoord: Een nieuwsgierigheid die zo dwingend in kracht was dat ze wel moest kijken. Een mooie verpakking maar feitelijk een uiting van FOMO.

Moeten is interessant. Dat heeft immers altijd met een doel te maken. En bij een doel hoort een aktie. Dit keer bleek het doel te zijn: Niets belangrijks missen. De aktie was dus veel op de telefoon kijken. Tja, maar door dit vele kijken en niet aan reageren toekomen, miste ze bijna mijn gezelligheid. “En dat zou pas echt een gemis geweest zijn” was haar conclusie.

Oef, gelukkig maar.
         

                                 

 

PS: Voor degene die mijn boek hebben, de delen vriendin, prakticus en de werknemer heb je waarschijnlijk herkend. Als je meer wilt lezen over de valkuilen, zie
- §6.1: Gedachten lezen
- § 6.3: Moet-denken

Timemanagement (2) 09-04-2020

“Heb je geen zin? Dan maak je maar zin.” 


Kreeg jij dat vroeger ook te horen? En merk je op dat je dat misschien zelf ook zegt tegen je kinderen als ze in de uitstelmodus gaan staan? Of antwoord je dan: “Je hebt geluk, het kan ook zonder zin.” ? Een waarheid als een koe alleen helpt dat vaker niet dan wel.


Ergens geen zin in hebben is vaak een excuus om iets ook maar niet te gaan doen. De klus komt misschien iedere dag op je ‘te doen lijst’doordat je het iedere dag weer doorschuift. Of  het zeurt alleen in je achterhoofd waar het een soort vage energieslurper wordt.
Uitstelgedrag is een echte energielek.



Zin maken, hoe doe je dat?

Heb je daar ooit bij stil gestaan, dat er echt een manier is hoe je dat kunt doen?
Er zijn 2 invalshoeken die je daarbij kunnen helpen.

 

De eerste gaat over de omrekenfactor waar ik de vorige keer al over schreef. Heb je naar aanleiding van mijn voorgaande blog je eigen omrekenfactor al eens bekeken? De kans dat je een negatieve omrekenfactor (als in 0,25) hebt ten aanzien van niet-leuke acties is groot.
Met een omrekenfactor van 0,25 heb je het idee dat een klus (bijvoorbeeld ramen lappen) de hele ochtend in beslag gaat nemen. Een hele ochtend zou dan 4 uur zijn. Als je echter aan de slag gaat en je blijkt er ‘slechts’ een uur over te doen, dan heb je een omrekenfactor van 0,25.

Mocht je dan al verschillende andere activiteiten op je agenda hebben staan, dan is dit een argument om het op de lange baan te schuiven. Maar wel een argument wat niet klopt. 

 

Een tweede invalshoek gaat over waar je je aandacht op richt. Je zou kunnen zeggen dat als je iets wilt gaan doen, je daar een bepaald doel mee voor ogen hebt. Bij uitstelgedrag is een veelgehoorde zucht: “Eigenlijk  moet ik .... nog doen.”
 In mijn boek staat een paragraaf over de valkuil van ‘moeten’. (§ 6.3) Ik geef daar onder andere aan dat bij moeten ook een doel hoort. Bij moeten is het interessant om te gaan onderzoeken wat je doel is, en wat mogelijk het doel achter het doel is.

Heb je dit doel echt duidelijk en kom je nog niet in beweging? Dan heb je grote kans dat je je aandacht niet zozeer gericht hebt op het doel dat je wilt bereiken maar op de hindernis die daarvoor staat. Het is alsof er een drempeltje voor ligt en het doel ligt daar achter.
Alleen, aandacht heeft een bijzondere uitwerking. Alles wat aandacht krijgt, groeit. Dus als je je aandacht steeds op de hindernis richt, wordt de drempel uiteindelijk een hoge schutting die je het uitzicht op je doel ontneemt. En de kans dat je dan nog in beweging komt wordt dan wel heel veel kleiner.


Houd je focus op je doel. Maak het mooier, groter, een gouden lijst er omheen, doe alles om het aantrekkelijker te maken zodat je het heel graag wilt. Dan is de stap over de drempel nog maar een peuleschilletje.

En als je dan je doel hebt bereikt, neem dan extra tijd om er van te genieten!

Time management (1) 02-04-2020

Covid-19 zet van alles op zijn kop. Zo zijn er mensen die het nu heel rustig hebben maar ook mensen die het heel erg druk hebben.
In een paar blogs wil ik daar wat tips voor geven. Hier is de eerste.

 

Effe ....

"Ik ga eventjes boodschappen doen."  "Nog eventjes bellen, kom er zo aan." Effe deze mail nog maken en dan ga ik naar huis."

Herken je hier iets? Ben jij iemand die de woorden even, eventjes, effe, of iets van die strekking vaak gebruikt? Dan heb je hoogstwaarschijnlijk ook vaak het gevoel dat je tijd te kort hebt.

 

Vraag je jezelf dan ook aan het einde van de dag af wat je nu dan wel hebt gedaan als je ziet dat je 'to do list' niet af lijkt te komen? Dat werkt wel erg demotiverend om een planning te maken. Je kunt dan immers van te voren voorspellen dat je planning in duigen gaat vallen.

Mensen die veel in termen van ‘eventjes’ denken, hebben nogal eens de neiging om veel activiteiten op een dag te plannen. En dan moet je aan het einde van de dag weer dingen doorschuiven. Voelt niet lekker toch? Veel fijner is het om aan het einde van je (werk)dag je lijst af te hebben of wie weet, zelfs al iets gedaan te hebben dat je voor de dag erop gepland had staan. Al doe je objectief gezien even veel, Gevoelsmatig is dit een wereld van verschil.

 

Of te laat komen op een afspraak omdat je dacht dat je .... nog wel ‘eventjes’ kon doen. Dit fenomeen heeft alles te maken met een verkeerde aanname van hoeveel tijd je ergens mee bezig denkt te zijn. ‘Even boodschappen doen’ klinkt anders als ‘drie kwartier boodschappen doen’. Het eerste klinkt als iets dat ergens tussendoor gedaan kan worden, het tweede klinkt als een activiteit wat meer tijd vraagt. Door een activiteit te koppelen aan eventjes, geef je impliciet aan dat dit in ‘een poep en een zucht’ gedaan is. Dat is het vaak niet en daardoor kom je in tijdnood.

 

Mijn tegeltjeswijsheid is: Het enige dat je ‘eventjes’ doet, is plassen.

 

Dit fenomeen is ook interessant als iemand aan jou vraagt, “wil je dit eventjes voor me doen?” Blijkbaar heeft de ander het idee dat het door jou snel gedaan kan worden. Als je de klus dan aanneemt maar je doet er wel twee uur over, geloof me, dat heeft de ander dan echt niet in de gaten!

Probeer dit eens uit als iemand het je vraagt op die manier. Vraag eens terug of die persoon een inschatting kan maken hoelang jij daar mee bezig zult zijn. En natuurlijk is het ook gelijk voor jezelf een mooi moment om in te schatten hoeveel tijd dit van je gaat vragen. Het gaat er dus niet alleen om of je het WILT doen voor de ander, het gaat er ook om om een reëel tijdbeeld te krijgen of het wel past in je planning of dat je je prioriteiten moet omgooien.

 

Omrekenfactor

De uitdrukking ‘een timmermansoog hebben’ gaat over dat iemand goed kan inschatten wat de afmetingen van iets zijn. Zoiets dergelijks bestaat er ook ten aanzien van tijd. Er zijn mensen die heel accuraat zijn in inschatten van tijd , ook al vergeten ze dit soms toe te passen. En er zijn waarschijnlijk veel meer mensen die er naast zitten, die te weinig of te veel tijd inschatten.

 

Een leidinggevende van een automatiseringsbedrijf vertelde mij het volgende.

        Hij had een aantal medewerkers die geacht werden zelf een inschatting te geven hoelang ze met een project bezig dachten te zijn. Van medewerker A vertelde hij, die zit er altijd factor 2 naast. Als zijn inschatting is dat hij met een week klaar is, weet ik dat ik twee weken moet rekenen. Maar van medewerker B weet ik dat hij een factor van 0,5 heeft. Als hij aangeeft dat hij er een week mee bezig denkt te zijn, dan zie ik hem op de derde dag al vakantieplannen maken.

 

Ik ben dit verder gaan uitzoeken. Hoe zit het met deze variant van het timmermansoog? Gaande mijn speurtocht ontdekte ik dat er twee verschillende ‘omrekenfactoren’ kunnen zijn. Een voor activiteiten die je leuk vind om te doen, en een andere voor iets dat je helemaal niet leuk vind om te doen.

Stel dat je een hekel hebt aan strijkwerk. Dan zou het zomaar kunnen zijn dat je in gedachten bedenkt dat je daar lang mee bezig zult zijn. Mogelijk ga je het ook nog eens verder uitstellen.

Terwijl als je er echt de klok eens naast zou zetten, je waarschijnlijk sneller klaar bent dan dat je had ingeschat. Andersom hetzelfde. Als je iets leuk vindt om te doen, dan lijkt de tijd ook wel te vliegen. Je denkt dat er maar een half uur verstreken is en ojee, het is opeens al veel later.

 

Er is een manier om je eigen omrekenfactor te berekenen.

- Schrijf een aantal activiteiten op die je voornemens bent te gaan doen op een dag en geef aan wat je inschatting is hoeveel tijd je hiermee kwijt bent.

-(Dit kan al inzichtgevend zijn. Zeker als je erachter komt dat je standaard meer uren in een dag probeert te proppen dan dat mogelijk is.)

- Je kunt dit nog finetunen door er een + of een – activiteit van te maken om te kijken of er voor jou ook een verschil zit in hoe leuk je iets vindt)

- Het laat zich raden, je gaat die dag bijhouden wat de werkelijke tijd van die activiteiten zijn.

- Je kunt ook nog gaan bijhouden of er sprake was van een incidenteel oponthoud. Als het oponthoud niet icidenteel maar structureel is, kan je dit immers meenemen in je tijdsinschatting.

- De gegevens reken je om naar de omrekenfactor zoals onderstaand in een voorbeeld staat uitgewerkt.


Veel inzicht toegewenst,
Hartelijke groet
Jannie

Op reis naar binnen 28-03-2020

Op reis naar binnen

Bij sommige mensen begint de stress de donkeroranje zone te bereiken. Er hoeft soms nog maar weinig te gebeuren en er volgt een explosie. Gister zag ik op tv een opname uit een supermarkt. Een oudere vrouw de bij de kassa stond, deelde een trap uit naar een man die wee keer vlak achter haar langs liep. Hierop mepte hij weer terug. En hij was iets krachtiger. Tja, voorbeeld van Coronastress! Ik vermoed dat voor de Corona zijn intrede had gedaan, deze vrouw niet eens in de gaten gehad zou hebben dat er iemand achter haar langs liep.

 

Coronastress
In perioden als deze ontstaan ook nieuwe woorden. Coronastress is er zo eentje. Zorgen over werk, gezondheid, onveiligheid kunnen ontaarden in piekeren, angsten en andere klachten die behoren bij hoge spanninglevels. Invoelbare stress. En soms ook onnodige stress.
Invoelbaar omdat de meeste mensen het bijzonder lastig vinden om met onzekerheid om te gaan. De meest gebruikte copingstijl is controle proberen te krijgen over een situatie. Hamstergedrag is daar een voorbeeld van.
Onnodig omdat we vaak zelf ongemerkt ons spanningslevel verhogen. En juist omdat dit ongemerkt gaat, is het verleidelijk om alleen maar naar de wereld buiten jezelf te kijken bij het op zoek gaan naar de oorzaak van je spanning(sklachten en -gedrag).

 

Ik pleit er voor om van de noodsituatie gebruik te maken. Leer herkennen waar jij werkelijk invloed op kunt hebben. Maak de reis naar binnen en ontdek wat je daar zelf doet waardoor je deze periode onnodig stressvoller maakt dan dat het al is. Herken je eigen patronen, dat is stap 1. Erkennen is stap 2. Eerlijk zijn naar jezelf dat je niet altijd handig bezig bent en jezelf daarover niet veroordelen want dan creëer je opnieuw een spanningsbron. Word je bewust dat je kunt kiezen voor een nieuw patroon, nieuw gedrag.
Stap 3 is gaan experimenteren hoe jij jezelf in balans kunt brengen en houden. Zodat je zelf het oog van de orkaan kunt zijn terwijl de storm om je heen raast. In het oog is er rust.

 

 

Wat helpt om de reis naar binnen te maken?
Net zo goed als dat er meer wegen naar Rome leiden, zijn er ook verschillende wegen naar het oog van de orkaan. De een doet dit joggende, een ander zittend in een lotushouding.
Wat wel een vereiste is als je een ander resultaat wilt, je ook iets anders gaat doen. Ga op pad, doe eens gek, doe het eens anders.
De grote grap is dat je zult uitkomen bij niet-doen. En dat is lastiger dan je denkt. Het gaat namelijk niet over niet-doen in gedrag maar over niet-doen in denken. Niet-doen als in stoppen met oordelen en piekeren etc. Kortom, het gaat over rust vinden in je denken. Dat betekent niet dat je niet meer denkt. Het betekent dat je niet langer onnodig bezig bent met je aandacht naar het verleden te brengen of naar de toekomst. Over het rusten in het enigste moment dat werkelijk bestaat: het NU.

 

Delen in jezelf die daarbij helpen zitten bij veel mensen op de achterste stoelen in de klas (zie uitleg over het klaslokaal youtube: ontdek je gebruiksaanwijzing). Denk daarbij aan de genieter of het speelse kind. Bij uitstek delen in onszelf die alleen maar bezig zijn met het huidige moment.
Jezelf leren kennen gaat alleen door de reis naar binnen te maken. Dat vraagt tijd om de reis te maken en lef om je angsten te belichten met je aandacht. Het vraagt moed om te experimenteren en wijsheid om keuzes te maken.

 

We hebben allemaal leren lopen, veters knopen en als je dit leest heb je ook leren lezen. Dat ging allemaal met vallen en opstaan. Heb compassie met jezelf. Heb jezelf lief, ga vallen en weer opstaan. Ga op reis.

 

We leven in een boeiende tijd. De economie gaat met piepende remmen van de 5e naar de 2e versnelling, onzekerheid neemt toe en daarmee de behoefte om controle te krijgen.

De adviezen hoe om te gaan met (de gevolgen van) het Corona virus stromen je van alle kanten tegemoet. De hoeveelheid psychologen en coaches die je allerlei wijze tips mee willen geven zijn teveel om op te noemen. Van vitamine C tot aan het houden van structuur in je dagritme en van alles ertussen in.

 

Wat is er gaande?

Er zijn (minstens) 2 levels om deze wereldsituatie te beschouwen. Vanuit de mens, en vanuit de aarde.

 

Als ik er vanuit de positie van een mens naar kijk, dan zie ik dat we al onze vermogens inzetten om een virus te bedwingen dat in ons lichaam de balans teveel verstoord. Het virus gebruikt de mens als gastheer, komt ongelimiteerd tot groei en bloei en laat zich vooralsnog niet corrigeren. Het neemt in aantal toe en put zijn gastheer uit met soms de dood als gevolg. Er wordt een stevig beroep gedaan op het natuurlijk herstellend vermogen. Helaas is dat bij sommige mensen al aangetast door andere oorzaken.

 

Als ik er vanuit moeder aarde naar kijk, dan zie ik de mens als een variant op een diersoort die de aarde gebruikt als gastvrouw, die ongelimiteerd tot groei en bloei komt en zich vooralsnog niet heeft laten corrigeren. Ze neemt in aantal toe en put haar gastvrouw uit en bedreigd de balans met overige diersoorten zo sterk dat meerdere soorten inmiddels uitsterven in het vooruitzicht hebben. Er wordt een stevig beroep gedaan op het natuurlijk herstellend vermogen. Helaas is dat bij moeder aarde al aangetast door andere oorzaken.



Vanuit welk niveau kijk je ergens naar?



Kan de aarde denken?

Kan de aarde denken? Geen idee. Kan de aarde dan wellicht op een andere manier communiceren met de levende systemen die gebruik maken van haar als gastvrouw? Nou, dat zou zomaar kunnen. Voor communicatie is echter wel verbinding noodzakelijk. Als er aan de andere kant niemand luistert omdat men niet is afgestemd op de juiste frequentie ....

De vraag is of de mensheid zich gaat verbinden met haar gastvrouw, moeder aarde. Of de mensheid haar boodschap nu eindelijk eens gaat herkennen, erkennen en er op een gezonde (oftewel harmonieuze) manier mee omgaat.  

Hmmm, dat laatste komt terug in een doelstelling die ik in de afgelopen 17 jaar vaak in rapportages heb opgeschreven hoewel het dan ging over grenzen: Client(e) herkent zijn/haar grenzen, erkent deze en kan er op een gezonde manier mee omgaan. 

 

Grenzen, daar is iets mee in deze crisis.....
Enerzijds is er sprake van verenging: de landsgrenzen gaan wel of niet dicht, de begrenzing tussen mensen onderling is 1,5 meter geworden en het toiletpapier is op de bon. Anderzijds is er sprake van verruiming: thuiswerken met gebruik van de mogelijkheden om vanuit huis wereldwijd te communiceren, de harten van menig mens gaan wijd open en er worden nieuwe creatieve oplossingen bedacht voor tal van problemen.
Begrenzen en verruimen, het lijken tegenstrijdige bewegingen maar heeft zeker een verbinding met elkaar.


Mijn duit in het (advies)zakje

Begrenzen en verruimen speelt ook op het niveau van onze binnenwereld. 
De onzekerheid over de toekomst is opeens voor iedereen heel duidelijk. Media geeft een continue udate over de hoeveelheid zieken en doden zonder dit verder af te zetten tegen een normale sterfte zonder Corona.
Dit zijn fantastisch ingrediënten voor de innerlijke zorgenmaker om een monoloog te starten over wat er allemaal mis kan gaan. En ja, de innerlijke zorgenmaker heeft als favoriete valkuil het maken van rampscenario's.

 

Mijn tip is deze: begrens je aandacht die je geeft aan je innerlijke zorgenmaker. (Begrenzen is iets anders als negeren!) Verruim je aandacht voor je speelse kind en laat ook de genieter vaker aan het woord. Leef NU.

Maak verbinding met delen in jezelf die wellicht wat naar achter zijn geschoven in je aandachtsveld.
En wie weet, levert deze Corona crisis behalve meer balans voor moeder aarde, ook meer balans op in jouzelf!

 

Hartelijke groet

 

Jannie Ligthart
Psycholoog / coach

 

PS: Meer informatie over delen in jezelf en hoe je dit gesprek kunt sturen? Zie www.ontdekjegebruiksaanwijzing.nl

 

Geheimen 31-01-2020
Wie is de mol is weer gestart. Je ziet de deelnemers twijfelen; Solo gaan of een bondje smeden? Wat houd je geheim en wat deel je? De komende weken wordt het weer smullen en ontdekken of je zelf ook in een tunnelvisie belandt. Geheimen, dat geeft een stress. Ook voor mensen die niet met het programma meedoen. In mijn lezing: 'Ontdek je gebruiksaanwijzing. Hoe beïnvloed jij je spanning?' geef ik aan hoe iets verborgen willen houden doorwerkt op je spanningsmeter.